Onderwijsorganisatie

“Je hoort erbij” 

Bij Taalbrug College vinden we het belangrijk dat iedereen erbij hoort. Leerlingen, ouders, medewerkers en externe samenwerkingspartners zijn allemaal betrokken bij de ontwikkeling van onze leerlingen. Iedereen vanuit zijn eigen betrokkenheid en eigen rol. Samen kunnen we meer betekenen en onze leerlingen voorbereiden op participatie in de maatschappij. Voor onze leerlingen is participeren in de maatschappij niet vanzelfsprekend. Ze hebben door hun communicatieve of auditieve uitdaging meer handvaten nodig. Leren communiceren speelt een belangrijke rol in ons dagelijkse onderwijs. Vanuit een veilig pedagogisch klimaat wordt gewerkt aan de communicatieve redzaamheid en persoonlijke ontwikkeling van slechthorende leerlingen (SH) of leerlingen met een taalontwikkelings- stoornis (TOS), daarbij staat de individuele behoefte van iedere leerling centraal. Er is veel aandacht voor de ontwikkeling naar zelfstandigheid en eigenaarschap van het leerproces. De leerlingen worden voorbereid op een succesvolle stap naar vervolgonderwijs (MBO) of de arbeidsmarkt. Ontwikkelen van kennis en competenties, vaardigheden en attituden, passend bij deze overstap, vormen daarbij de basis. Betekenisvol leren, vanuit een communicatieve insteek, staat tijdens theorie en praktijklessen centraal. Altijd vanuit de gedachte “Je hoort erbij". Leerlingen worden gezien en betrokken bij hun eigen leerproces.  

Onderwijsarrangement en ontwikkelingsperspectief (OPP) 

Alle leerlingen van Taalbrug College hebben van de Commissie van Onderzoek (CVO) een onderwijsarrangement gekregen. Jaarlijks wordt het onderwijsarrangement en OPP van de leerlingen met de Commissie van Begeleiding (CVB) geëvalueerd om te kijken of Taalbrug College nog de best passende plek is voor de leerling. Leerlingen worden intensief gevolgd. Indien mogelijk of beter passend kunnen leerlingen ieder jaar uitstromen naar het reguliere vmbo of een andere school voor voortgezet speciaal onderwijs.  

In het OPP staan de ontwikkelingsmogelijkheden van een leerling en het te verwachten uitstroomniveau van de leerling beschreven. Het OPP maakt de bevorderende en belemmerende factoren van een leerling inzichtelijk. Het OPP biedt de leerkracht een handvat om het onderwijs planmatig en doelgericht vorm te geven en het biedt de mogelijkheid om de structuur van zorg en begeleiding te optimaliseren. Het OPP en de evaluatie van het arrangement zijn onderleggers voor de besprekingen met ouders/ verzorgers. Onderwerpen zoals de specifieke cluster 2 behoefte, de uitstroombestemming en logopedische/ didactische gegevens staan hierbij centraal.  

Uitstroomrichtingen  

In Nederland kent het VSO drie mogelijke uitstroomrichtingen. Taalbrug College biedt alle drie de richtingen aan: 

  • Vmbo-onderwijs in de leerroute vervolgonderwijs. Deze leerroute is naast diplomagericht ook certificaatgericht te doorlopen.  
  • Arbeidsmarktgericht onderwijs in de leerroute arbeid. Deze leerroute richt zich op vrije (reguliere) of beschermde arbeid en wordt afgesloten met een schooldiploma of een verklaring voor het gevolgde onderwijs. 
    • Onderwijs gericht op arbeidsmatige dagbesteding, in de leerroute arbeid.

Uitstroomrichting leerroute Vervolgonderwijs 

Vervolgonderwijs is bedoeld voor leerlingen in de leeftijd van 12 tot maximaal 20 jaar. Het onderwijs richt zich op kennisontwikkeling, brede persoonlijke vorming en competentieontwikkeling rond de transitiegebieden ‘leren in regulier vervolgonderwijs’ (VMBO of MBO) en ‘burgerschapsvaardigheden’

Leren en oefenen in betekenisvolle contexten en in praktische situaties in een positief communicatief klimaat is voor deze leerlingen de meest aangewezen weg. 

Binnen deze richting onderscheiden we de volgende leerwegen en niveaus: 

Theoretische leerweg

Het onderwijs in deze leerweg is bedoeld voor leerlingen die zowel theoretisch (6 theorievakken) als praktisch (1 praktijkgericht programma) bezig willen zijn. Taalbrug College biedt het, voor onze leerlingen verplichte, praktijkgerichte programma D&P (Dienstverlening en producten) aan. Met een VMBO theoretische leerweg diploma kunnen leerlingen doorstromen naar een mbo-niveau 4 opleiding en naar de Havo.

Leerweg Kaderberoepsgericht (KBL)

Het onderwijs in deze leerweg is bedoeld voor leerlingen die theoretisch wat meer aankunnen, maar het liefst kennis opdoen door met de praktijk bezig te zijn. De leerlingen doen examen in vier algemene vakken en een beroepsgericht vak. Met een VMBO Kader diploma kunnen leerlingen doorstromen naar een mbo-niveau 3 of 4 opleiding.

Leerweg Basisberoepsgericht (BBL)

Het onderwijs in deze leerweg is bedoeld voor vmbo-leerlingen die meer op de praktijk ingesteld zijn. De leerlingen doen examen in vier algemene vakken en een beroepsgericht vak. Met een vmbo-basis diploma kunnen leerlingen doorstromen naar mbo-niveau 1 of 2 opleiding.

Leerweg Entree

Het onderwijs in deze leerweg is bedoeld voor leerlingen die doorstromen naar een mbo-niveau 1 opleiding. De nadruk ligt op het ontwikkelen van cognitieve vaardigheden om de aansluiting naar het MBO mogelijk te maken. Er wordt minder nadruk gelegd op de praktische vaardigheden. Met een Entree- diploma van Taalbrug College kunnen leerlingen doorstromen naar een mbo-niveau 1 opleiding.

Een startkwalificatie voor MBO-opleidingen is het minimale onderwijsniveau dat vereist is om te kunnen beginnen aan een middelbare beroepsopleiding in Nederland. Dit kan worden behaald met een HAVO- of VWO-diploma, of door het afronden van een MBO-opleiding op minimaal niveau 2. Als leidinggevende in het voortgezet speciaal onderwijs (VSO cluster 2) is het van belang om te begrijpen dat deze startkwalificatievereisten een rol spelen in de toegang tot MBO-opleidingen, vooral voor studenten met speciale behoeften. Het is tevens relevant voor inclusieve onderwijspraktijken en beleidskwesties in het MBO.

Uitstroomrichting leerroute Arbeid 

Arbeid is bedoeld voor leerlingen in de leeftijd van 12 tot maximaal 20 jaar, bij wie tijdens de overgang naar het VSO wordt ingeschat dat zij toe te leiden zijn naar loonvormende arbeid, maar niet in staat zullen zijn een regulier VMBO-diploma te halen. Het onderwijs richt zich op brede persoonlijke vorming en competentieontwikkeling rond de transitiegebieden: werken, wonen, vrijetijds- besteding en burgerschap. Leren en oefenen in betekenisvolle, praktische situaties in een communicatief klimaat is voor deze leerlingen de meest aangewezen weg. 

Binnen dit profiel wordt aangeboden: 

  • Leerweg Arbeid Regulier. Het onderwijs in deze leerweg bereidt leerlingen voor op een baan in de reguliere arbeidsmarkt in combinatie met één of meer landelijk erkende certificaten. Stage is een belangrijk (en verplicht) onderdeel in deze leerroute. Leerlingen van Arbeid zijn niet in staat een startkwalificatie te halen maar wel kunnen werken onder mbo-niveau 1. Naast kerndoelen voor de verschillende vakgebieden zijn er ook leergebied overstijgende kerndoelen en kerndoelen gericht op de voorbereiding op arbeid.
  • Leerweg Arbeid Beschut. Het onderwijs in deze leerweg bereidt leerlingen voor op een baan in de (beschermende of beschutte) arbeidsmarkt. Stage is een belangrijk (en verplicht) onderdeel in deze leerroute. Leerlingen van Arbeid Beschut zijn niet in staat om een startkwalificatie te halen maar wel kunnen werken onder mbo-niveau 1. Naast kerndoelen voor de verschillende vakgebieden zijn er ook leergebied overstijgende kerndoelen en kerndoelen gericht op de voorbereiding op arbeid.

Uitstroomrichting leerroute Arbeidsmatige Dagbesteding 

Arbeidsmatige dagbesteding is bedoeld voor leerlingen in de leeftijd van 12 tot maximaal 20 jaar die voorbereid worden op een voorziening voor arbeidsmatige dagbesteding. 

Het onderwijs in deze leerroute is gericht op het zo zelfstandig mogelijk functioneren. Persoonlijkheidsvorming, sociale competenties en de redzaamheid van leerlingen in de toekomstige woon-, leef- en werksituatie staan centraal. Er is aandacht voor competentie ontwikkeling rond wonen, vrijetijdsbesteding en burgerschapsvorming. 

Binnen dit profiel wordt alleen aangeboden: 

  • Leerweg Arbeidsmatige Dagbesteding. Hierbij wordt toegewerkt naar een uitstroom naar een voorziening voor arbeidsmatige dagbesteding.   

Leerroutes 

In welke leerroute een leerling terecht komt hangt af van het schooladvies van de basisschool, het startdocument van het cluster 2 arrangement en het OPP van de leerling. Wij werken hiervoor nauw samen met de SO-afdeling: Taalbrug Junior. Voor leerlingen die van Taalbrug Junior doorstromen naar Taalbrug College ontstaat op deze manier een doorgaande leerlijn. 

In iedere leerroute wordt het onderwijsaanbod gegeven dat passend is bij de uitstroomprofielen. Naast de didactische ontwikkeling is er in iedere leerroute veel aandacht voor het vergroten van de communicatieve vaardigheden van de leerlingen. 

Organisatie brugjaar 

De brugklassen worden zo samengesteld dat er rekening gehouden wordt met het advies van de school van herkomst, de CVO en het ingeschatte uitstroomrichting en uitstroomniveau. Aan het eind van het schooljaar wordt geëvalueerd en een besluit genomen over de voortgang. 

Brugklas leerroute Vervolgonderwijs 

De brugklas vormt de overgang van SO naar VSO. We streven ernaar dat de mentor veel lessen geeft aan zijn of haar brugklas.  

  • Leerlingen worden voorbereid op het leren omgaan met een lesrooster waarbij veel vaker gewisseld wordt van leerkracht dan in het primair onderwijs.  
  • Leerlingen leren hoe ze moeten leren, huiswerk maken en plannen.  
  • Er wordt gewerkt aan de basisvaardigheden van taal, rekenen en zelfstandig werken om de overstap naar VMBO goed te kunnen maken.  

Brugklas leerroute Arbeid 

Het accent ligt op het vergroten van de zelfredzaamheid, het verder ontwikkelen van de cognitieve vaardigheden en de oriëntatie op arbeid. 

  • Leerlingen krijgen lessen in de beroepssectoren: zorg & welzijn, groen, logistiek, techniek en consumptief. Binnen deze sectoren werken leerlingen aan algemene competenties, oriënteren zij zich op werk in deze sectoren en werken zij aan relevante kerndoelen van de leergebieden, op basis van daarvoor geschikte praktijkkernen. 
  • Er wordt gewerkt aan de algemeen vormende (schoolse) vakken. Doelstelling is de vaardigheidsscores van de leerlingen voor de basisvakken tot het hoogst mogelijke niveau te brengen. Dit betekent streven naar het referentieniveau 1F op het gebied van rekenen en taal.  
  • Via de vakken beeldende vorming, muziek en sport & bewegen krijgen de leerlingen gelegenheid zich actief te uiten in deze vrije tijdsgebieden. Deze vakken bieden tegelijkertijd de gelegenheid tot het verkennen van voorkeuren voor vrijetijdsbesteding in de toekomst. 
  • Sociale vaardigheden en onderlinge samenwerking krijgen aandacht in de meer theoretische lessen Sosevo en Sova. 

Organisatie leerroute vervolg  

Onderbouw leerroute Vervolgonderwijs

In VMBO 1 en VMBO 2 krijgen de leerlingen onderwijs passend bij hun eigen uitstroomrichting. Alle leerlingen (zowel BBL, KBL, krijgen de algemene avo-vakken aangeboden, waarbij het streven is om ze een brede basis te geven. Via projectonderwijs (Doelab) en LOB (loopbaanoriëntatie en begeleiding), opgenomen in het lesprogramma, krijgt de leerling zicht op de vervolgmogelijkheden. Leerlingen en ouders/ verzorgers worden meegenomen in de verschillende keuzemogelijkheden na het vmbo-onderwijs.

Bovenbouw leerroute Vervolgonderwijs

Leerlingen van VMBO 3 en VMBO 4 leren op basis, kader en theoretisch niveau. Voor de profielen binnen de Basisberoepsgerichte leerweg (BBL) en de Kaderberoepsgerichte leerweg (KBL) én voor de Theoretische leerweg die we aanbieden werken we samen met regulier onderwijs:

  • Voor de Basisberoepsgerichte leerweg en Kaderberoepsgerichte leerweg werken we samen met:
    • Blariacum College voor het profiel: Media, Vormgeving en ICT (MVI)
    • De Rooi Pannen voor het profiel: Horeca, Banket en Recreatie (HBR)
    • Kempenhorst College voor het profiel: Dienstverlening en Producten (D&P)
  • Voor de Theoretische Leerweg werken we ook samen met het Kempenhorst College.

De leerlingen in VMBO 4 zullen nog examen doen in het profiel MVI en HBR. Deze profielen worden voor het laatste jaar aangeboden, waardoor de samenwerking met deze reguliere scholen na dit schooljaar zal worden beëindigd.

In 2023-2024 wordt er in VMBO 3 gestart met het meer generieke profiel D&P, waardoor er in de komende jaren een goede mogelijkheid blijft bestaan om samen met leerlingen toe te werken naar een goed voorbereide overstap naar het MBO, ook wanneer het leerlingenaantal terugloopt. Voor dit profiel is de samenwerking gestart met het Kempenhorst College, waar we een samenwerkingsverband mee aan zullen gaan, zodat we ook voor dit profiel met reguliere diploma’s de VMBO-opleiding kunnen afsluiten. Er wordt tijdens Doelab, profielonderwijs D&P en het PGP, niveau-overstijgend lesgegeven. Dat betekent dat leerlingen uit de leerweg Entree, BBL, KBL en Theoretische leerweg per leerjaar gezamenlijk leskrijgen.

Als voorbereiding op het eindexamen in de Theoretische leerweg bestaat het vakken- pakket vanaf de derde klas uit: verplichte vakken, sectorvakken en een praktijkgericht programma (PGP). Dit PGP wordt ook gegeven in de vorm van projectonderwijs, in het profiel Dienstverlening en producten.

Symbiose onderwijs met de Rooi Pannen  

De leerlingen van leerroute vervolgonderwijs die de vakopleiding vmbo HBR volgen krijgen praktijklessen in lokalen op de Rooi Pannen. Soms vinden de lessen daar in een volledige dag plaats en begint en eindigt de schooldag op de Rooi Pannen. Als een leerling op de symbiose school te laat komt of afwezig is, moet dit ook worden gemeld bij de Rooi Pannen. 

Wanneer leerlingen gedurende een lesdag van de Rooi Pannen naar Taalbrug College moeten reizen, is er in principe geen taxiregeling tussen de VSO afdeling en de Rooi Pannen. De eventuele vervoersproblemen met de taxi’s moeten individueel worden opgelost. 

Programma van toetsing en afsluiting (PTA) 

VMBO Basis, VMBO Kader en VMBO Theoretisch worden afgesloten met een examenprogramma, het zogenaamde ‘Programma van Toetsing en Afsluiting’ (PTA). Het PTA start in VMBO 3. Taalbrug College hanteert een tweejarig PTA. 

De leerling ontvangt een boekje met tekst en uitleg van de PTA-regeling. Dit is onderdeel van de examenregeling van het reguliere onderwijs. De PTA’s die op onze school worden afgerond, zijn afgestemd op die van, de Rooi Pannen, Kempenhorst College en het Blariacum. De leerling moet voldoen aan de eisen van alle PTA’s van de diverse vakken om een officieel vmbo-diploma te kunnen halen.  

Diploma 

De leerlingen van Taalbrug College kunnen het vmbo-onderwijsprogramma afsluiten met een regulier vmbo-diploma als zij voldoende cijfers halen bij de schoolexamens en de afsluitende centrale examens Met een vmbo-diploma kunnen leerlingen doorstromen naar mbo-onderwijs (BOL-BBL) met o.a. de richtingen techniek, verzorging, economie, horeca en recreatie op niveau 2-3-4. Doorstromen naar HAVO vanuit de theoretische leerweg is ook mogelijk.  

Organisatie leerroute Arbeid 

Onderbouw leerroute Arbeid

In Pro1 en Pro2 wordt nadruk gelegd op de beroepsvaardigheden. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan algemeen vormend onderwijs.

  • Doelstelling is de vaardigheidsscores van de leerlingen voor de basisvakken tot het hoogst mogelijke niveau te brengen. Voor leerlingen in de route naar reguliere arbeid betekent dit een streven naar het referentieniveau 1F op het gebied van rekenen en taal.
  • Bij de praktijkvakken staat de ontwikkeling van de werknemersvaardigheden centraal. De werknemersvaardigheden zijn beschreven met behulp van het programma Melba. Met Melba kun je heel concreet de arbeisdsvaardigheden van een leerling en de benodigde arbeidsvaardigheden voor een functie analyseren en vastleggen. Per 2 weken staan er 2 of 3 MELBA items centraal in het onderwijsprogramma. Om aan leerlingen duidelijk te maken wat werknemersvaardigheden zijn, hangen er gedurende deze weken in de praktijklokalen van Consumptief, Groen, Techniek, Zorg & Welzijn en Logistiek posters met deze vaardigheden. Aan het eind van de periode worden leerlingen per vakgebied gescoord. Op ouderavonden worden leerlingen en ouders/verzorgers geïnformeerd over de resultaten.
  • In Pro 2 krijgen de leerlingen interne stage en worden er oriënterende bedrijfsbezoeken gedaan. Bij de interne stage worden vaardigheden getraind die een voorbereiding zijn op de externe bedrijfsbezoeken. Denk hierbij aan mobiliteit, algemene werknemersvaardigheden en maatschappelijk functioneren. Het is een voorbereiding op externe groepsstages die in de bovenbouw plaatsvinden.
  • Via de vakken Culturele Oriëntatie en Creatieve Expressie (CoCe) en Sport & Be- wegen krijgen de leerlingen gelegenheid zich actief te uiten in deze vrije tijdsgebieden. Deze vakken bieden tegelijkertijd de gelegenheid tot het verkennen van voorkeuren voor vrijetijdsbesteding in de toekomst. Sociale vaardigheden en onderlinge samenwerking krijgen aandacht in de lessen Sosevo en Sova. De mentoruren staan in het teken van ondersteuning van leerlingen bij het ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief.

Bovenbouw leerroute Arbeid

In Pro3, Pro4 en Pro5 zijn de lesweken verdeeld in stagedagen en lesdagen.

Stagedagen:
Op basis van de verkregen informatie over de leerling in de voorgaande jaren gaat de stagecoördinator op zoek naar een passende externe groepsstageplaats om praktijkervaring op te doen, de werknemersvaardigheden verder te ontwikkelen en de transitie naar de maatschappij te faciliteren. Daarbij wordt rekening gehouden met de profielkeuzes/ profielinteresses van de leerlingen (zorg & welzijn, groen, logistiek, techniek of consumptief) en hun werknemersvaardigheden. Leerlingen zijn vanuit Pro 1 en Pro2 gewend om gestructureerd te oefenen met de werknemersvaardigheden vanuit MELBA. Tijdens de stagedagen komen deze vaardigheden ook expliciet aan bod. In onderstaand schema staan de verschillende werknemersvaardigheden uitgewerkt.

  • In Pro3 gaan de leerlingen een groepsstage lopen vanuit de verschillende TC ‘s (Transitie Centra). De leerlingen worden dan door een medewerker van Taalbrug College begeleidt tijdens een groepsstage op een externe locatie. Hierbij is er met de volgende transitie centra een samenwerking:
    • TC Eckart: Vanuit buurthuis de Boemerang in de wijk Eckart in Eindhoven zetten de leerlingen hun eerste stappen buiten de school. Zij verrichten daarbij taken binnen De Boemerang en bij verschillende bedrijven en instellingen in de directe nabijheid van De Boemerang. Begeleiding van school is daarbij aanwezig.
    • TC Catharina Ziekenhuis: De leerlingen verrichten werkzaamheden bij de Horeca (keuken/restaurant) en ondersteunen de technische/facilitaire dienst bij logistitieke werkzaamheden (beddencentrale).
    • TC Albert Heijn WCW: Leerlingen verrichten eenvoudige ondersteunende werkzaamheden op verschillende afdelingen, o.a. de afdeling houdbaar en vers, het kwaliteitsteam, spiegelen en het uitsplitsen van de vracht. Afhankelijk van de leerling bestaat er op deze locatie de mogelkijkheid om de MBO Praktijkverklaring niveau 1 Assistent logistiek te halen.
    • TC Ikea: Leerlingen verrichten ondersteunende werkzaamheden bij de af- delingen Food, Customer Relations en Recovery.
    • TC De Herberg. Vanuit de herberg op het terrein van Eckartdal gaan leerlingen taken verrichten bij de afdeling Dier en Groen, Speelotheek en ondersteuning van de logistieke dienst. Op deze locatie kunnen leerlingen met verschillende werkzaamheden behorende bij de verschillende profielen en hun interesse kennis maken. Het is een veilige, rustige omgeving voor de eerste stappen buiten de vertrouwde schoolomgeving.
  • In Pro4 gaan de leerlingen één dag individueel stagelopen. Daarnaast kan de leerling incidenteel, een relevante branchegerichte cursus volgen. De bedoeling is daarmee de participatiemogelijkheden van leerlingen te vergroten.
  • In Pro5 gaan de leerlingen twee dagen per week stagelopen. Er wordt geprobeerd om vanuit de laatste stage, indien beide partijen tevreden zijn, een arbeidscontract te krijgen.

Leerlingen worden tijdens de stage begeleid door de mentor en stagecoördinator. Indien nodig wordt het stageprogramma aangepast aan de individuele behoeften van de leerling.

Lesdagen:
Lesdagen staan in het teken van het bijhouden en/of vergroten van vaardigheden en zelfstandigheid. Mentoruren blijven een belangrijk ankerpunt om de transitie naar een maatschappelijke positie te ondersteunen en het persoonlijk toekomstperspectief van de leerling verder te beschrijven en vorm te geven. Ervaringen op de stageplaats worden daarbij als uitgangspunt gebruikt.

  • De leerling volgt praktijklessen (groen, techniek, zorg & welzijn, consumptief, logistiek) op school.
  • Theorievakken (Nederlands, rekenen en Engels), Mens en Maatschappij (M&M) en Culturele Oriëntatie en Creatieve Expressie (CoCe) staan op het rooster. Deze vakken worden afgestemd op het uitstroomprofiel van de leerling.
Regelingen
Reglement Diploma Arbeid